Eigenlijk zou ik er hier voor willen pleiten nooit meer in het vliegtuig te stappen. Ga te voet, pak de fiets, neem de trein! Maar ik besef maar al te goed dat zo’n pleidooi niet serieus zou worden genomen. Sterker nog: ik betwijfel of ik daar zelf altijd gehoor aan zou geven. Ik heb al langer last van mijn geweten als ik vlieg. Maar ik hield mezelf dan altijd voor dat ik mijn vliegreizen compenseerde. Ik rijd geen auto, eet geen vlees en weinig zuivelproducten, hecht weinig belang aan spullen, en ik heb geen kinderen. Met name dit laatste feit gebruikte ik om mezelf te overtuigen dat ik af en toe best in dat vliegtuig kon stappen. Door mij is er immers een grote stroom aan toekomstige consumenten tot stilstand gekomen. De huidige crisis heeft mij toch weer met de neus op de feiten gedrukt. Dat komt niet in de laatste plaats door alle wanhopige reisorganisaties, winkels of magazines die op de een of andere manier afhankelijk zijn van vliegreizen, die mijn mailbox spammen met branchevervagende boodschappen: TUI organiseert een foto challenge waarin mensen worden opgeroepen ergens in Nederland een pose aan te nemen en zo kans te maken op een zitzak, Bever roept op tot een ‘Lekker lang weekend in eigen tuin’, Columbusmagazine zet de leukste coronagrappen voor ons op een rijtje in hun digitale nieuwsbrief. Eigenlijk kunnen ze allemaal niet wachten tot wij weer in dat vliegtuig stappen zodat zij over kunnen gaan op de orde van hun dag en onze ongebreidelde reislust opnieuw kunnen aanwakkeren.
In plaats van te pleiten nooit meer in het vliegtuig te stappen, stel ik daarom voor uitsluitend nog te vliegen naar landen die onze komst goed kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld naar zo’n land als Madagaskar. Madagaskar is geen land om een strandvakantie te vieren. Er zijn mensen die alleen daarom naar dit land afreizen, maar in godsnaam: doe dat in Nederland of neem een trein naar het zuiden van Europa en ga daar ergens op een strand liggen. Madagaskar is een land met tropische regenwouden en droge woestijnen, waar je je kunt verwonderen over onze prachtige planeet en tegelijkertijd tot het ontluisterende inzicht komt dat we haar naar de verdoemenis aan het helpen zijn. En dat inzicht alleen al zou iedereen moeten hebben. Je kunt er zien wat er met de wereld gebeurt als we doorgaan op de huidige weg. Het land is voor 90% ontbost, en alle dieren die endemisch zijn aan Madagaskar worden met uitsterven bedreigd. Dat komt in de eerste plaats door die ontbossing, waardoor de dieren hun leefgebied verliezen, maar ook door de jacht die er op ze wordt gemaakt. De jacht op lemuren, de halfapen die alleen in dit land leven, is sinds 1964 verboden, maar er wordt grof geld voor ze betaald en de verleiding is dus groot want de mensen zijn straatarm. Madagaskar is één van de armste landen ter wereld.
Doordat wij naar het land gaan om de nationale parken te bezoeken en de dieren te zien die er leven, krijgen deze dieren levend een grotere economische waarde waar ook de arme Malagassiërs van profiteren.
Het lijkt tegenstrijdig: aan de ene kant beweren dat we niet meer in het vliegtuig moeten stappen om op vakantie te gaan, en aan de andere kant de noodzaak van toerisme te onderstrepen in een land als Madagaskar. Maar toerisme biedt een kans aan deze dieren en de bossen waarin zij leven. Doordat wij naar het land gaan om de nationale parken te bezoeken en de dieren te zien die er leven, krijgen deze dieren levend een grotere economische waarde waar ook de arme Malagassiërs van profiteren. Dat is een reden voor hen deze dieren te beschermen. En ga je naar een straatarm land als Madagaskar: ondersteun de lokale gemeenschappen door rechtstreeks van hen te kopen, kies een vrouwelijke gids als dat mogelijk is (zij hebben het nog moeilijker), neem wél een pousse pousse (je hoeft je niet schuldig te voelen als je je door een rennende man in een wagen laat vervoeren: zo verdienen ze hun inkomen), en vermijd toeristenoorden als Nosy Be en Ile Sainte Marie. Als het goed is, kom je doodmoe en met een buik vol verkeerde bacteriën terug in Nederland. Dan kun je hier weer bijkomen en op het strand gaan liggen.
Meer over Madagaskar vind je in mijn boek HET ZINGEN VAN DE INDRI.